Binnen het living lab hanteren wij een systeemaanpak.
We bekijken het landbouwbedrijf als een systeem dat bestaat uit verschillende elementen, zoals bodem, gewassen, dieren, machinepark, werknemers, landbouw(st)er, gezin,... Alle elementen zijn met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar rechtstreeks of onrechtstreeks. Het bedrijf maakt op zijn beurt deel uit van grotere systemen, zoals de agro-voedingsindustrie (aanlevering en verkoop van producten,..), de maatschappij (consumenten, buurtbewoners,..), het ecosysteem (bodem, water en lucht) en de natuur (biodiversiteit: functionele, neutrale en schadelijke organismen).
Systeemdenken wil een overzicht van het geheel behouden, in plaats van zich te concentreren op afzonderlijke elementen. We plaatsen een landbouwprobleem in zijn ruimere context, waardoor we kunnen nagaan in hoeverre het probleem bepaald wordt door het systeem waar het deel van uitmaakt, of door de context/grotere systemen. Het doel is om te begrijpen hoe elementen en systemen gerelateerd zijn en hoe ze elkaar beïnvloeden binnen een geheel. Systemen gedragen zich immers zelden als simpele ketens van oorzaak en gevolg, maar als samenspel van elkaar beïnvloedende deelsystemen, waarbij terugkoppeling belangrijk is.
Om onderzoeksvragen op te lossen, zetten we een bronaanpak (en geen symptoombestrijding) voorop. We bekijken de vraag vanuit verschillende standpunten, we combineren meerdere expertises en soorten kennis (terreinkennis, kennis uit praktijk en fundamenteel onderzoek) en brengen onderlinge relaties en interacties in beeld. We zoomen in en uit op het probleem, zodat ook de invloed van de context duidelijk wordt en gaan na hoe de elementen van het systeem elkaar beïnvloeden of versterken.